4711 en een kwispedoor
Ik weet niet beter of al mijn vriendinnetjes werden in mijn
kindertijd elk jaar op hun verjaardag door mij verrast met `oodeklonje mit un
zaddoekje` ofwel een flesje echte 4711 en een klein meisjes-zakdoekje. En of ze
er blij mee waren! En of ze er blij mee waren? Geen idee...
Andere kinderen kwamen met een pakje stiften,
een kleurboek of een spelletje. Persoonlijk had ik liever de laatstgenoemde
cadeautjes, maar thuis overtuigde men mij ervan dat de oodeklonje mit un
zaddoekje "altijd van pas kwam". Het was de Chanel No 5 van onze stand
en sinds de achttiende eeuw een begrip.
In mijn handtasje had ik ook zo'n flesje. Samen met een hele
rol pepermunt moest het frisse geurtje ervoor zorgen dat ik als kind de aandacht
bij de zondagse preek zou kunnen houden. Dit was blijkbaar niet voldoende, want
ik herinner mij vooral dat ik de lampjes van de kroonluchters en de onderdelen
van de glas in lood ramen aan het optellen was.
Mijn opoe zal waarschijnlijk een reukdoosje hebben gebruikt om
bij de les te blijven.
Ik hoorde pas dat de mannen vroeger de gewoonte hadden in de kerk te pruimen.
Bij de ingang stond een bord "verboden te spuwen". Thuis heb ik een
kwispedoor staan die uit mijn vaders familie komt. Zo'n klein exemplaar heeft
mijn opa best onder z'n zondagse pak mee naar de kerk kunnen smokkelen, om lekker te kunnen pruimen zonder er in de kerk een
kliederboel van te hoeven maken.