OVER DE FAMILIE VAN DEELEN
Bij het samenstellen van deze pagina ben ik uitgegaan van de stamreeks van Aris van Deelen (1909)
De familie Van Deelen blijkt door de eeuwen heen een protestantse familie van voornamelijk boeren met boerderijen rond Barneveld, Ede, Renswoude en Randwijk. De naam Van Deelen komt volgens de Nederlandse Familienamenbank 1401 maal voor in 2007. In 1947 zijn dat er 809. Vooral in het midden van het land wonen veel naamdragers. De kinderen van Tijmen Leendertsen en Niesje Aalbertsen Zevenhuizen verklaren, met uitzondering van Luut, volgens het Register der Geslachtsnamen der Gemeente Ede op 3 november 1812 aan te nemen als geslachtsnaam "Van Delen". Luut laat zich als "Leenders/Leendertsen" inschrijven. In de daarop volgende jaren kom je allerlei achternamen tegen. Het meest gebruikt wordt Van Deelen, ook Van Delen en door Willemijntje, Hendrikje en Leendert alle varianten op Tijmensen. Bij het overlijden van Willemijntje wordt de achternaam Leenderts vermeld. Teunis van Delen, geboren in 1841 als zoon van Johannes van Deelen en Jacoba Robbertsen, wordt in Lunteren als Van Delen ingeschreven. Anderen uit het gezin van Johannes en Jacoba worden echter ingeschreven met de achternaam Van Deelen. En daar is de verwarring ontstaan. Omdat de meeste familieleden de naam Van Deelen hanteren, wordt ook door het nageslacht van Teunis van Delen langere tijd de dubbele ee gehanteerd, maar dit wordt niet geaccepteerd door overheidsinstanties. In de twintigste eeuw kom je ook nog de naam Timese van Delen tegen. Dit zijn nakomelingen van Leendert Tijmensen van Delen (geboren 1784).
GENERATIE I
Tonis Gijsbertsen (geboren 1595)
GENERATIE II
Jan Tonis (geboren 1625) en Timietgien Lamberts
De familie woont in de zeventiende eeuw in Barneveld. Jan Tonis en Timietgien Lamberts zijn met hun gezin bewoners van achtereenvolgens hofstede Roseler ofwel Rootselaar (in elk geval tot en met 1665), gelegen in het buurtschap Esveld ten zuidoosten van Barneveld op de weg naar Lunteren en Klein Crumselaer, de laatste ook gelegen in de buurtschap Esveld bij Barneveld, aan de Barnseweg 75 of iets verderop in oostelijke richting aan de Donkervoorterweg 3 in Barneveld.
De familie woont in de zeventiende eeuw in Barneveld. Jan Tonis en Timietgien Lamberts zijn met hun gezin bewoners van achtereenvolgens hofstede Roseler ofwel Rootselaar (in elk geval tot en met 1665), gelegen in het buurtschap Esveld ten zuidoosten van Barneveld op de weg naar Lunteren en Klein Crumselaer, de laatste ook gelegen in de buurtschap Esveld bij Barneveld, aan de Barnseweg 75 of iets verderop in oostelijke richting aan de Donkervoorterweg 3 in Barneveld.
GENERATIE III
Gijsbert Jansen (geboren 1660) en Fijtjen Willems
Gijsbert Jansen en Fijtjen Willems wonen waarschijnlijk op Klein Crumselaer in Barneveld. Deze boerderij wordt vermeld bij het huwelijk van dochter Gijsbertje en zoon Tijmen.
Gijsbert Jansen en Fijtjen Willems wonen waarschijnlijk op Klein Crumselaer in Barneveld. Deze boerderij wordt vermeld bij het huwelijk van dochter Gijsbertje en zoon Tijmen.
GENERATIE IV
Leendert Gijsbertsen (geboren 1699) en Willemina Ferdinands
Leendert Gijsbertsen, zoon van Gijsbert Jansen en Fijtjen Willems, wordt geboren in Barneveld en in 1699, als enige in het gezin, gedoopt in Lunteren.
Bij zijn huwelijk met Willemina Ferdinands wordt vermeld dat zij beiden afkomstig zijn uit Harskamp. Hij woont met zijn gezin te West-End bij Otterlo.
Over Leendert is het volgende bekend: Leendert wordt in 1768 door de ambtsjonkers van Ede onderhanden genomen met als reden: "dat hij sig had onderwonden om ten nadele van Gerrit Pothoven, koster en schoolmeester van Otterlo, in de buirt van Westeneng op eygene authorteyt een bijschool op te rechten."
GENERATIE V
Tijmen Leendertsen (geboren 1742) en Niesje Aalbertsen Zevenhuizen
Tijmen Leendertsen en zijn vrouw Niesje Aalbertsen Zevenhuizen wonen met hun gezin in de achttiende eeuw in Otterlo. Tijmen en Niesje krijgen samen zes kinderen. Als je kijkt naar de geboorteplaatsen van hun kinderen, dan verhuizen ze telkens binnen Otterlo: van Deelen naar Eschoten, naar Oud Reemst. De naam Tijmen Leenderts wordt genoemd in een overzicht van huisbezoeken in de buurtschappen Wekerom en Roekel van ds. M. Jongeneel uit 1796. Over de kinderen is te melden dat in 1826 Willempje in Ede woonde, Hendrikje in Renkum, Leendert in Bennekom en Luut op de Ginkel.
Tijmen overlijdt op 61-jarige leeftijd in Otterlo op 26 november 1803. Niesje, waarover ook wordt vermeld dat zij spinster is, overlijdt als zij 71 jaar oud is op 6 februari 1824 in het huis van haar dochter Hendrikje in Renkum. In haar memorie van successie wordt vastgesteld dat er geen onroerende goederen worden nagelaten en dat de roerende goederen bestaan uit wat kleding.
Tijmen Leendertsen en zijn vrouw Niesje Aalbertsen Zevenhuizen wonen met hun gezin in de achttiende eeuw in Otterlo. Tijmen en Niesje krijgen samen zes kinderen. Als je kijkt naar de geboorteplaatsen van hun kinderen, dan verhuizen ze telkens binnen Otterlo: van Deelen naar Eschoten, naar Oud Reemst. De naam Tijmen Leenderts wordt genoemd in een overzicht van huisbezoeken in de buurtschappen Wekerom en Roekel van ds. M. Jongeneel uit 1796. Over de kinderen is te melden dat in 1826 Willempje in Ede woonde, Hendrikje in Renkum, Leendert in Bennekom en Luut op de Ginkel.
Tijmen overlijdt op 61-jarige leeftijd in Otterlo op 26 november 1803. Niesje, waarover ook wordt vermeld dat zij spinster is, overlijdt als zij 71 jaar oud is op 6 februari 1824 in het huis van haar dochter Hendrikje in Renkum. In haar memorie van successie wordt vastgesteld dat er geen onroerende goederen worden nagelaten en dat de roerende goederen bestaan uit wat kleding.
GENERATIE VI
Aalbert Tijmensen van Deelen (geboren 1772) en Hendrikje Cornelissen Kremer
Aalbert Tijmensen van Deelen wordt op 1 mei 1772 geboren te Deelen bij Otterlo als zoon en oudste kind van Tijmen Leendertsen en Niesje Aalbertsen van Zevenhuizen.
Aalbert is eerst dagloner, later landbouwer van beroep.Hij trouwt als hij 27 jaar is op 4 augustus 1799 in Renswoude met de 24-jarige uit Voorthuizen afkomstige Hendrikje Cornelissen Kremer, dochter van Cornelis Gerrits Kremer en Jannigje Zevenhuizen. Hendrikje is spinster van beroep. Aalbert en Hendrikje krijgen samen elf kinderen. De oudste dochter Jannigje wordt te Drieënhuizen/Lunteren geboren. De andere kinderen: Tijmen, Cornelis, Luutje, Aalbert, Johannes, Niesje, Jan, Gerritje, Jan en Hendrik worden in Ederveen geboren. Aalbert Tijmensen van Deelen woont met zijn vrouw Hendrikje Cornelissen Kremer op een boerderij tussen Ederveen en Renswoude. Aalbert en Hendrikje wonen rond 1820 volgens de minuutplans van het Kadaster, in de gemeente Ede, sectie G, blad 2 op perceelnummer 508. Dit moet zijn direct naast het Fort aan de Buurtsteeg (nu Klompersteeg) op het punt waar de weg Dijkje overgaat in Onderweg. Aalbert overlijdt als hij 50 jaar is op 7 september 1822 om 1 uur in de morgen in Renswoude. Hij woont op dat moment op huisnr. 136.
Aalbert is eerst dagloner, later landbouwer van beroep.Hij trouwt als hij 27 jaar is op 4 augustus 1799 in Renswoude met de 24-jarige uit Voorthuizen afkomstige Hendrikje Cornelissen Kremer, dochter van Cornelis Gerrits Kremer en Jannigje Zevenhuizen. Hendrikje is spinster van beroep. Aalbert en Hendrikje krijgen samen elf kinderen. De oudste dochter Jannigje wordt te Drieënhuizen/Lunteren geboren. De andere kinderen: Tijmen, Cornelis, Luutje, Aalbert, Johannes, Niesje, Jan, Gerritje, Jan en Hendrik worden in Ederveen geboren. Aalbert Tijmensen van Deelen woont met zijn vrouw Hendrikje Cornelissen Kremer op een boerderij tussen Ederveen en Renswoude. Aalbert en Hendrikje wonen rond 1820 volgens de minuutplans van het Kadaster, in de gemeente Ede, sectie G, blad 2 op perceelnummer 508. Dit moet zijn direct naast het Fort aan de Buurtsteeg (nu Klompersteeg) op het punt waar de weg Dijkje overgaat in Onderweg. Aalbert overlijdt als hij 50 jaar is op 7 september 1822 om 1 uur in de morgen in Renswoude. Hij woont op dat moment op huisnr. 136.
Op naam van weduwe Aalbert van Deelen staat in het kadaster grond ter grootte van 15.39 ha. en op naam van weduwe Aalbert van Deelen en cons. grond ter grootte van 1.68.20 ha, beiden te Ederveen, sectie G. In 1828 overlijdt hun vijfde kind Aalbert op 21-jarige leeftijd. Hij is dagloner van beroep. In zijn memorie van successie wordt vermeld dat hij onvermogend is en dat degenen die recht zouden hebben op zijn nalatenschap ook in zeer behoeftige omstandigheden verkeren.
Hun tweede kind Tijmen overlijdt in militaire dienst op 20 april 1835. Hun tiende kind Jan is volgens de persoonskaart militair van de infanterie 14e afdeling. Deze afdeling is in die tijd actief in het zuiden van Nederland.
Hun tweede kind Tijmen overlijdt in militaire dienst op 20 april 1835. Hun tiende kind Jan is volgens de persoonskaart militair van de infanterie 14e afdeling. Deze afdeling is in die tijd actief in het zuiden van Nederland.
Jan sterft in de periode dat hij in militaire dienst zit op zijn 20e in 1838. Hij is op dat moment in Ede.
Hendrikje overlijdt op 72-jarige leeftijd in Ede op 16 augustus 1849.
Hendrikje overlijdt op 72-jarige leeftijd in Ede op 16 augustus 1849.
GENERATIE VII
Johannes van Deelen (geboren 1808) en Jacoba Robbertsen
Johannes van Deelen wordt in Ederveen geboren als zoon en zesde kind van Aalbert Tijmensen van Deelen en Hendrikje Cornelissen Kremer. Hij wordt op 23 oktober 1808 gedoopt in de Gereformeerde Gemeente te Renswoude. Johannes is landbouwer van beroep. Johannes van Deelen is voor de Nationale Militie ingeschreven als schutter, onder nummer 120 van de lichting 1827, maar wordt niet opgeroepen om zijn dienst te vervullen. Als signalement van Johannes wordt vermeld: lengte 1 el en 720 strepen (1.72 m.), aangezicht ovaal, voorhoofd laag, ogen bruin, neus gewoon, mond gewoon, kin rond, haar bruin, wenkbrauwen bruin, merkbare tekenen geen. Op 25 december 1837 geeft de Majoor kommanderende het 2e bataljon van de Schutterij van Gelderland schriftelijk toestemming voor een huwelijk. Deze schriftelijke toestemming is in die tijd nodig. Johannes trouwt als ongeveer 29-jarige op 30 december 1837 met de 22-jarige uit Ede afkomstige Jacoba Robbertsen, dochter van Teunis Robbertsen en Gerritje Koppeling. Johannes en Jacoba krijgen samen acht kinderen. Aalbert, Teunis, Tijmen, Gerritje, Hendrikje, Jannigje, Jacoba en Johanna worden allemaal in de Gemeente Ede geboren, waar het gezin woont in Ederveen. Midden negentiende eeuw wonen zij in Renswoude op boerderij Ravenhorst. Zoon Teunis, die de naam Van Delen draagt, is vanaf 24 april 1860 tot 26 april 1865 ingelijfd bij het 1e regiment infanterie. Hij trouwt met Jannetje Veldhuizen uit Renswoude, haar ouders woonden op boerderij De Wolfshaar. Het echtpaar gaat op 29 februari 1868 in het Tolhuis op de weg van Renswoude naar Barneveld wonen. Later gaat daar opnieuw familie (Pater-van Deelen) wonen. Op 28 december 1876 verhuist het echtpaar Van Delen-Veldhuizen naar boerderij de Holzenbosch in Voorthuizen. Rond 1920 brandt die boerderij af. Teunis is dan oud en slecht ter been en wordt op een leunstoel het brandende huis uit gedragen en in de boomgaard ernaast neergezet. Op de plek van de boerderij is een nieuwe boerderij gebouwd. Op 23 juni 1879 passeert bij notaris Van den Ham te Lunteren een notariële akte. Daarin worden aan Tijmen, Jannigje en Johanna "bij vooruitgenieting" bedragen gelegateerd. Tijmen ontvangt 500 gulden, Jannigje en Johanna ontvangen beide 250 gulden. Na overlijden van Jacoba zou de rest van het legaat aan Johannes, haar echtgenoot, ten deel vallen. Jacoba overlijdt op de leeftijd van 75 jaar op 11 september 1890 in Ede. Op 30 december 1890 passeert een notariële akte bij notaris Gerrit Jan Wilbrink te Lunteren. Hierin wordt het volgende vastgelegd: Johannes van Deelen, landbouwer, Ederveen verkoopt aan zijn (op dat moment) ongehuwde kinderen: Tijmen, Jannetje en Johanna van Deelen - de helft van:
1. een boerenhofstede, gelegen in het Ederveen onder Ede bestaande in huis en verder getimmerte met erf en tuin, bouwland, weiland, wegen, bomen en houtgeissen, tezamen groot 12 ha. 70 aren en veertien centiaren, kadastraal bekend gemeente Ede sectie G, nummers: 257, 437, 577, 578, 579, 580, 582 , 583, 584, 585, 586, 587, 588, 589, 590, 594, 595, 1004, 1006, 1128, 1129, 1130, 1138, 1139, 1140, 1141, 1142 en 1143;
2. de eigendom van het stukje grond, gelegen in het Ederveen onder Ede, belast met het recht van opstal ten behoeve van Harmen Dekker, kadastraal bekend gemeente Ede sectie G, nummer 1005, huis en erf, een are en 40 centiaren;
dit alles voor een bedrag van 3.000,-- gulden.
Op 27 februari 1891 passeert onder nummer 1723 een notariële akte bij notaris Gerrit Jan Wilbrink te Lunteren. Het gaat om de boedelscheiding van gemeenschappelijke goederen ten sterfhuize van Jacoba Robbertsen, gewoond hebbende in het Ederveen in huis E499. De boedelscheiding betreft de boerenhofstede in het Ederveen, bestaande in huis en verdere getimmerten, erf, tuin, bouw- en weiland, wegen, bomen en houtgewassen. De locatie hiervan is Ede sectie G, zoals hiervoor beschreven bij de akte van 30 december 1890. De boerenhofstede heeft volgens de minuutplans van het Kadaster, gelegen in Ederveen, Gemeente Ede, sectie G, blad 2, perceel nummer 581, omgeving van Onderweg en de Straatweg van Arnhem naar Amsterdam (nu Renswoudseweg 15 in Ederveen), op de grens met de Gemeente Renswoude, Provincie Utrecht.
Johannes van Deelen wordt in Ederveen geboren als zoon en zesde kind van Aalbert Tijmensen van Deelen en Hendrikje Cornelissen Kremer. Hij wordt op 23 oktober 1808 gedoopt in de Gereformeerde Gemeente te Renswoude. Johannes is landbouwer van beroep. Johannes van Deelen is voor de Nationale Militie ingeschreven als schutter, onder nummer 120 van de lichting 1827, maar wordt niet opgeroepen om zijn dienst te vervullen. Als signalement van Johannes wordt vermeld: lengte 1 el en 720 strepen (1.72 m.), aangezicht ovaal, voorhoofd laag, ogen bruin, neus gewoon, mond gewoon, kin rond, haar bruin, wenkbrauwen bruin, merkbare tekenen geen. Op 25 december 1837 geeft de Majoor kommanderende het 2e bataljon van de Schutterij van Gelderland schriftelijk toestemming voor een huwelijk. Deze schriftelijke toestemming is in die tijd nodig. Johannes trouwt als ongeveer 29-jarige op 30 december 1837 met de 22-jarige uit Ede afkomstige Jacoba Robbertsen, dochter van Teunis Robbertsen en Gerritje Koppeling. Johannes en Jacoba krijgen samen acht kinderen. Aalbert, Teunis, Tijmen, Gerritje, Hendrikje, Jannigje, Jacoba en Johanna worden allemaal in de Gemeente Ede geboren, waar het gezin woont in Ederveen. Midden negentiende eeuw wonen zij in Renswoude op boerderij Ravenhorst. Zoon Teunis, die de naam Van Delen draagt, is vanaf 24 april 1860 tot 26 april 1865 ingelijfd bij het 1e regiment infanterie. Hij trouwt met Jannetje Veldhuizen uit Renswoude, haar ouders woonden op boerderij De Wolfshaar. Het echtpaar gaat op 29 februari 1868 in het Tolhuis op de weg van Renswoude naar Barneveld wonen. Later gaat daar opnieuw familie (Pater-van Deelen) wonen. Op 28 december 1876 verhuist het echtpaar Van Delen-Veldhuizen naar boerderij de Holzenbosch in Voorthuizen. Rond 1920 brandt die boerderij af. Teunis is dan oud en slecht ter been en wordt op een leunstoel het brandende huis uit gedragen en in de boomgaard ernaast neergezet. Op de plek van de boerderij is een nieuwe boerderij gebouwd. Op 23 juni 1879 passeert bij notaris Van den Ham te Lunteren een notariële akte. Daarin worden aan Tijmen, Jannigje en Johanna "bij vooruitgenieting" bedragen gelegateerd. Tijmen ontvangt 500 gulden, Jannigje en Johanna ontvangen beide 250 gulden. Na overlijden van Jacoba zou de rest van het legaat aan Johannes, haar echtgenoot, ten deel vallen. Jacoba overlijdt op de leeftijd van 75 jaar op 11 september 1890 in Ede. Op 30 december 1890 passeert een notariële akte bij notaris Gerrit Jan Wilbrink te Lunteren. Hierin wordt het volgende vastgelegd: Johannes van Deelen, landbouwer, Ederveen verkoopt aan zijn (op dat moment) ongehuwde kinderen: Tijmen, Jannetje en Johanna van Deelen - de helft van:
1. een boerenhofstede, gelegen in het Ederveen onder Ede bestaande in huis en verder getimmerte met erf en tuin, bouwland, weiland, wegen, bomen en houtgeissen, tezamen groot 12 ha. 70 aren en veertien centiaren, kadastraal bekend gemeente Ede sectie G, nummers: 257, 437, 577, 578, 579, 580, 582 , 583, 584, 585, 586, 587, 588, 589, 590, 594, 595, 1004, 1006, 1128, 1129, 1130, 1138, 1139, 1140, 1141, 1142 en 1143;
2. de eigendom van het stukje grond, gelegen in het Ederveen onder Ede, belast met het recht van opstal ten behoeve van Harmen Dekker, kadastraal bekend gemeente Ede sectie G, nummer 1005, huis en erf, een are en 40 centiaren;
dit alles voor een bedrag van 3.000,-- gulden.
Op 27 februari 1891 passeert onder nummer 1723 een notariële akte bij notaris Gerrit Jan Wilbrink te Lunteren. Het gaat om de boedelscheiding van gemeenschappelijke goederen ten sterfhuize van Jacoba Robbertsen, gewoond hebbende in het Ederveen in huis E499. De boedelscheiding betreft de boerenhofstede in het Ederveen, bestaande in huis en verdere getimmerten, erf, tuin, bouw- en weiland, wegen, bomen en houtgewassen. De locatie hiervan is Ede sectie G, zoals hiervoor beschreven bij de akte van 30 december 1890. De boerenhofstede heeft volgens de minuutplans van het Kadaster, gelegen in Ederveen, Gemeente Ede, sectie G, blad 2, perceel nummer 581, omgeving van Onderweg en de Straatweg van Arnhem naar Amsterdam (nu Renswoudseweg 15 in Ederveen), op de grens met de Gemeente Renswoude, Provincie Utrecht.
Johannes overlijdt als hij 86 jaar oud is op 13 januari 1895 te Ede.
GENERATIE VIII
Aalbert van Deelen (geboren 1838) en Wijntje Bos
Aalbert van Deelen is voor de Nationale Militie ingeschreven onder nummer 115. Volgens de verklaring van 1 november 1861 is hij tot dat moment niet opgeroepen en daarom niet tot dienst verplicht. Zijn signalement luidt: lengte 1 el en 655 strepen (1.65 m.), aangezicht rond, voorhoofd laag, ogen bruin, neus klein, mond klein, kin rond, haar zwart, wenkbrauwen zwart, merkbare tekenen geen.
Hij trouwt op 22 november 1861 op de leeftijd van 23 jaar in Ede met de uit Ede afkomstige 20-jarige Wijntje Bos, dochter van Mor Bos en Arisje Maassen van 't Schut.
Aalbert en Wijntje krijgen samen negen kinderen.
Het gezin van Aalbert van Deelen en Wijntje Bos woont eerst in de Gemeente Ede, in Ederveen. Als adressen worden genoemd Ederveen 32, Ederveen 34 en in 1862 staat Ederveen 533, dit is Hoofdweg 55 te Ederveen, op hun persoonskaart genoteerd als adres. Jacoba, Aris, Johannes en Gerritje worden daar geboren. Bij de geboorte-aangifte van Johannes is Gijsbert Roseboom (zie moederreeks) een van de getuigen.
Zij verhuizen op 4 maart 1874 naar Renswoude, naar een boerderij aan de Emminkhuizerlaan 8, waar zij tot de eerste helft van de twintigste eeuw wonen. Het gezin pacht de boerderij, die ongeveer 45 hectare groot is van de familie Taets van Amerongen. In november 1874 wordt het huis omschreven als huis nummer 146. In januari 1878 en in juni 1879 wordt het omschreven als huis nummer 145. In september 1880, juli 1881 en oktober 1882 wordt het woonadres van de familie aangeduid als huis nummer 161.
In Renswoude worden nog vijf kinderen geboren, waaronder Aalbert en Wijnand. Wijnand, geboren 1879, wordt ruim een jaar oud. Twee andere kinderen worden levenloos geboren.
Wijntje overlijdt in Renswoude op 74-jarige leeftijd op 18 maart 1914 's avonds om 6 uur.
Zoon Johannes volgt Aalbert als boer op Emminkhuizen op, maar rond 1925 vertrekt hij om te gaan boeren op een andere pachtboerderij van de familie Taets van Amerongen: Groot Ubbeschoten.
Aalbert overlijdt in Renswoude op 22 september 1934 op de leeftijd van 95 jaar op het adres, omschreven als B vier. In de streekkrant De Holevoet van 28 september 1934 staat hierover de volgende tekst: Heden wordt teraardebesteld het stoffelijk overschot van den oudsten inwoner van Renswoude, de heer v. Deelen, overleden in den ouderdom van bijna 96 jaar. De begrafenis van dezen goedbekenden persoon trok veel belangstelling.
GENERATIE IX
Aalbert van Deelen (geboren 1874) en Dirkje van de Pol
Aalbert van Deelen wordt op 23 november 1874 geboren in Renswoude als zoon en vijfde kind van Aalbert van Deelen en Wijntje Bos. Hij is landbouwer van beroep. Aalbert wordt op 7 maart 1894 ingelijfd bij het 1e Regiment Vesting Artillerie van de Nationale Militie te Utrecht. Op 10 februari 1898 geeft de Nationale Militie aan Aalbert toestemming voor het aangaan van een huwelijk. Aalbert is op dat moment nog dienende. Zijn signalement luidt: lengte 1 el en 600 strepen (1.60m.), aangezicht ovaal, voorhoofd laag, ogen grijs, neus gewoon, mond gewoon, kin rond, haar blond, wenkbrauwen blond, merkbare tekenen geen. Als 23-jarige trouwt hij op 5 maart 1898 met de 17-jarige eveneens uit Renswoude afkomstige en een aantal maanden zwangere Dirkje van de Pol, dochter van Sander van de Pol en Jannigje Veldhuisen. Getuigen bij het huwelijk zijn Johannes van Deelen, 28 jaar, landbouwer en broer van de bruidegom; Gerrit van de Pol, 57 jaar en oom van de bruid, Cornelis Eijkelkamp, 40 jaar, wagenmaker en neef van de bruid en Antonie Ulrich, 59 jaar en veldwachter. Ook de ouders van beiden ondertekenen de huwelijksakte. Aalbert en Dirkje krijgen samen 12 kinderen. Zij gaan na hun huwelijk inwonen bij de ouders van Dirkje op boerderij Daatselaar in Renswoude. Hier worden hun eerste twee kinderen Bart en Jans geboren; volgens de geboorteakten in huis nummer 193. Dit is het huis van de ouders van Dirkje. Zij wonen vanaf 3 maart 1900 aan het adres Doesburg 65, nu Schampsteeg 5 in Ederveen. In Ederveen worden hun kinderen Wijnand, San, Co en Det geboren.
Op 6 april 1909 zijn zij verhuisd naar Essen bij Barneveld en woonden op huisno. 246. Daar wordt hun zoon Arris geboren. Vanaf 24 februari 1910 gaan zij in Amerongen wonen aan de Dwarsweg. In Amerongen krijgen zij hun kinderen Bertha, Gerrit Cornelis, Gaert, Johannes en Ger. Gerrit Cornelis en Johannes overlijden daar op heel jonge leeftijd. Kinderen gaan in die tijd tot ongeveer hun 12e jaar naar school. De meeste kinderen van het gezin bezoeken in de twintiger jaren de lagere school in Overberg. Als leren niet je ding is: geen nood. Het hoofd van de school heeft een aardige tuin te onderhouden. Daar kun je je als leerling ook heel nuttig maken. Dat is de eigentijdse interpretatie van remedial teaching. Volgens de militieregisters wordt zoon Bart, 1.55 m lang, op 23 maart 1917 afgekeurd voor militaire dienst met als reden een voetgebrek. Jans, de oudste dochter van de familie, trouwt in 1930 met de laatste tolgaarder van Renswoude: Jan Pater. Zij bewonen het tolhuis aan de Barneveldsestraat 38. Hierna betrekt de familie Van Deelen de boerderij Emminkhuizen en pachten deze van baron Taets van Amerongen. Als in de jaren dertig (1930-1940) de opbrengsten sterk daalden, terwijl de pacht telkens stijgt, wordt een faillissement uitgesproken. Het verhaal gaat in die tijd dat je moet oppassen dat je niet met meer biggen thuis komt van de markt, dan je 's morgens meeneemt om op de markt te verkopen: om maar geen kosten meer te hebben aan het voer voor de biggen, is het voordeliger de biggen stiekem aan een ander mee terug te geven. Zoons gaan in die tijd voordat ze trouwen uit werken en dochters gaan dienen in een huishouden of worden verhuurd als meid op een boerderij.
En als er dan getrouwd mocht worden of moest worden, kijkt men rond of er ergens een "spulletje" beschikbaar is. Om aan de nodige inventaris te komen bezoekt men boelhuizen. Men helpt elkaar bovendien waar het maar mogelijk is. Van 1932 tot 1933 trekt de familie in bij dochter San in Driebergen-Rijssenburg op de boerderij aan de Engweg. Vervolgens verhuizen Aalbert en Dirkje met hun nog ongetrouwde kinderen Det, Arris, Bertha, Gaert en Ger naar Randwijk, waar een boerderij Het Klaphek kan worden gehuurd aan de Bredeweg 69. Zoals gewoonlijk en noodzakelijk werken de kinderen mee op de boerderij. Zo zijn dochters Bertha en Ger nog jaren behulpzaam bij het melken. Gehuld in lange rokken, met de knipmuts op en witgekalkte klompen aan, gaan zij melken achter de dijk op de weerden. De melkbussen en emmers worden vervoerd per fietskar. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kan er in de meidagen van 1940 geen melk worden geleverd aan melkfabriek Concordia in Wageningen. Om de melk toch kwijt te raken wordt op de boerderij boter gekarnd die aan de Randwijkse bevolking te koop wordt aangeboden. Er wordt in het najaar van 1944 in de omgeving van Randwijk zwaar gevochten. Zoon Wijnand komt in 1944 tijdens een bombardement in Arnhem om het leven. Net als vele andere Betuwse inwoners, evacueert de familie Van Deelen in die tijd naar Eindhoven en naar België. Het geëvacueerde buurmeisje van de familie Van Deelen: Dora Sanders, schrijft op dinsdag 13 februari 1945 een brief aan de familie. Hierin vertelt zij over hun leven op het evacuatieadres en komt het verlangen naar een snelle terugkeer naar Randwijk naar voren. Als het dan tijd is om terug te keren naar Randwijk blijkt de boerderij en de inboedel, net als de meeste andere huizen in Randwijk, flink vernield. De schuur is geraakt door een voltreffer.
In 1951 koopt de familie boerderij Het Klaphek.
Aalbert van Deelen wordt op 23 november 1874 geboren in Renswoude als zoon en vijfde kind van Aalbert van Deelen en Wijntje Bos. Hij is landbouwer van beroep. Aalbert wordt op 7 maart 1894 ingelijfd bij het 1e Regiment Vesting Artillerie van de Nationale Militie te Utrecht. Op 10 februari 1898 geeft de Nationale Militie aan Aalbert toestemming voor het aangaan van een huwelijk. Aalbert is op dat moment nog dienende. Zijn signalement luidt: lengte 1 el en 600 strepen (1.60m.), aangezicht ovaal, voorhoofd laag, ogen grijs, neus gewoon, mond gewoon, kin rond, haar blond, wenkbrauwen blond, merkbare tekenen geen. Als 23-jarige trouwt hij op 5 maart 1898 met de 17-jarige eveneens uit Renswoude afkomstige en een aantal maanden zwangere Dirkje van de Pol, dochter van Sander van de Pol en Jannigje Veldhuisen. Getuigen bij het huwelijk zijn Johannes van Deelen, 28 jaar, landbouwer en broer van de bruidegom; Gerrit van de Pol, 57 jaar en oom van de bruid, Cornelis Eijkelkamp, 40 jaar, wagenmaker en neef van de bruid en Antonie Ulrich, 59 jaar en veldwachter. Ook de ouders van beiden ondertekenen de huwelijksakte. Aalbert en Dirkje krijgen samen 12 kinderen. Zij gaan na hun huwelijk inwonen bij de ouders van Dirkje op boerderij Daatselaar in Renswoude. Hier worden hun eerste twee kinderen Bart en Jans geboren; volgens de geboorteakten in huis nummer 193. Dit is het huis van de ouders van Dirkje. Zij wonen vanaf 3 maart 1900 aan het adres Doesburg 65, nu Schampsteeg 5 in Ederveen. In Ederveen worden hun kinderen Wijnand, San, Co en Det geboren.
Op 6 april 1909 zijn zij verhuisd naar Essen bij Barneveld en woonden op huisno. 246. Daar wordt hun zoon Arris geboren. Vanaf 24 februari 1910 gaan zij in Amerongen wonen aan de Dwarsweg. In Amerongen krijgen zij hun kinderen Bertha, Gerrit Cornelis, Gaert, Johannes en Ger. Gerrit Cornelis en Johannes overlijden daar op heel jonge leeftijd. Kinderen gaan in die tijd tot ongeveer hun 12e jaar naar school. De meeste kinderen van het gezin bezoeken in de twintiger jaren de lagere school in Overberg. Als leren niet je ding is: geen nood. Het hoofd van de school heeft een aardige tuin te onderhouden. Daar kun je je als leerling ook heel nuttig maken. Dat is de eigentijdse interpretatie van remedial teaching. Volgens de militieregisters wordt zoon Bart, 1.55 m lang, op 23 maart 1917 afgekeurd voor militaire dienst met als reden een voetgebrek. Jans, de oudste dochter van de familie, trouwt in 1930 met de laatste tolgaarder van Renswoude: Jan Pater. Zij bewonen het tolhuis aan de Barneveldsestraat 38. Hierna betrekt de familie Van Deelen de boerderij Emminkhuizen en pachten deze van baron Taets van Amerongen. Als in de jaren dertig (1930-1940) de opbrengsten sterk daalden, terwijl de pacht telkens stijgt, wordt een faillissement uitgesproken. Het verhaal gaat in die tijd dat je moet oppassen dat je niet met meer biggen thuis komt van de markt, dan je 's morgens meeneemt om op de markt te verkopen: om maar geen kosten meer te hebben aan het voer voor de biggen, is het voordeliger de biggen stiekem aan een ander mee terug te geven. Zoons gaan in die tijd voordat ze trouwen uit werken en dochters gaan dienen in een huishouden of worden verhuurd als meid op een boerderij.
En als er dan getrouwd mocht worden of moest worden, kijkt men rond of er ergens een "spulletje" beschikbaar is. Om aan de nodige inventaris te komen bezoekt men boelhuizen. Men helpt elkaar bovendien waar het maar mogelijk is. Van 1932 tot 1933 trekt de familie in bij dochter San in Driebergen-Rijssenburg op de boerderij aan de Engweg. Vervolgens verhuizen Aalbert en Dirkje met hun nog ongetrouwde kinderen Det, Arris, Bertha, Gaert en Ger naar Randwijk, waar een boerderij Het Klaphek kan worden gehuurd aan de Bredeweg 69. Zoals gewoonlijk en noodzakelijk werken de kinderen mee op de boerderij. Zo zijn dochters Bertha en Ger nog jaren behulpzaam bij het melken. Gehuld in lange rokken, met de knipmuts op en witgekalkte klompen aan, gaan zij melken achter de dijk op de weerden. De melkbussen en emmers worden vervoerd per fietskar. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kan er in de meidagen van 1940 geen melk worden geleverd aan melkfabriek Concordia in Wageningen. Om de melk toch kwijt te raken wordt op de boerderij boter gekarnd die aan de Randwijkse bevolking te koop wordt aangeboden. Er wordt in het najaar van 1944 in de omgeving van Randwijk zwaar gevochten. Zoon Wijnand komt in 1944 tijdens een bombardement in Arnhem om het leven. Net als vele andere Betuwse inwoners, evacueert de familie Van Deelen in die tijd naar Eindhoven en naar België. Het geëvacueerde buurmeisje van de familie Van Deelen: Dora Sanders, schrijft op dinsdag 13 februari 1945 een brief aan de familie. Hierin vertelt zij over hun leven op het evacuatieadres en komt het verlangen naar een snelle terugkeer naar Randwijk naar voren. Als het dan tijd is om terug te keren naar Randwijk blijkt de boerderij en de inboedel, net als de meeste andere huizen in Randwijk, flink vernield. De schuur is geraakt door een voltreffer.
In 1951 koopt de familie boerderij Het Klaphek.
Aalbert overlijdt op 78-jarige leeftijd op 8 juni 1953 in Randwijk.
Dirkje overlijdt, eveneens in Randwijk, op 18 juli 1967 op de leeftijd van 86 jaar.
Dirkje overlijdt, eveneens in Randwijk, op 18 juli 1967 op de leeftijd van 86 jaar.
GENERATIE X
Aris (Arris) van Deelen (geboren 1909) en Geertrui (Trui) Evertsen
Arris van Deelen wordt op 20 september 1909 geboren in de buurtschap Essen bij Barneveld als zoon en zevende kind van Aalbert van Deelen en Dirkje van de Pol.
Hij is landbouwer van beroep.
Hij is landbouwer van beroep.
Arris trouwt in Heteren op 24 februari 1954 op de leeftijd van 44 jaar met de uit Otterlo afkomstige 18-jarige Trui Evertsen, dochter van Teunis Evertsen en Willempje van den Brink. Zij wonen met hun gezin op boerderij Het Klaphek, aan de Bredeweg 69 in Randwijk.
Arris overlijdt op de leeftijd van 87 jaar in Randwijk op 4 mei 1997. Trui overlijdt op de leeftijd van 80 jaar, op 10 april 2016 in Bennekom.
update: 18 april 2020