30 december 2014

Stamboomfantasie


Belangrijke families in Vlaamse steden bezorgden zichzelf een roemrijk verleden. Hiermee kregen ze gezag en rechtvaardigden zij hun voorrechten.
Zo hoorde ik in Leuven over de negende-eeuwse ridder Bastijn. Zijn zeven dochters en hun riddermannen waren de zeven stamfamilies van de Leuvense patriciërs.
In werkelijkheid had ridder Bastijn één zoon. Deze werd bisschop.

Ook in Nederland kon de adelstand fel begeerd worden. En nog steeds blijkbaar. Er is sinds 1994 een Wet op de Adeldom van kracht.

Ik beken dat het ook mij wel lokt om over wat blauw bloed te beschikken. Dat ridders - mijn voorvaderen - de Veluwse bossen beheersten, terwijl  de jonkvrouwen - mijn voormoeders - gezellig bij het haardvuur de wacht hielden in hun Gelderse kastelen. Of kan ik maar beter, net als mijn vader, trots zijn op het feit dat mijn voorouders door hard te werken hun plekje in de boerenstand hebben gekregen?

Een familie Van De(e)len behoort tot de ridderschap van de Veluwe. Ik heb gelezen dat het hier gaat om "kleine Veluwsche adel uit Delen onder Ede" en dat twee nazaten van de stamvader Brand van Delen (geboren 1320) in 1814 zijn toegelaten tot de ridderschap van Gelderland. Dit geslacht is sinds 1956 uitgestorven. 
De adel beperkte zich dus tot boerenadel. Hun kastelen waren waarschijnlijk havezaten. Dit waren versterkte boerderijen met muren, een gracht en een woontoren.

Alle kansen zijn verkeken dus? Toch bijzonder dat ook mijn familie Van De(e)len al eeuwenlang rondwaart op dezelfde Veluwse zandgronden... Mijn stamboomfantasie gaat nog even door.